Brief Jan van Baarda 20 nov 1754
Het origineel van deze brief bevindt zich in het Gemeente archief van Den Haag
Batavia den 20 november 1754
Eerwaarde Moeder en geliefde broer
Ik kan niet nalaten om ue te laten weten als dat tot nogh toe door Gods segen vris en gesont ben daar ik God niet genoeg voor danke kan en zal hebben.Een voorspoedige reijs gahat. Want onse Rijs maar 7 maande is geweest. En nu ben ik op Batavia bescheyde an daar heb ik het soo wel als ik het van mijn leeven hebben kan.
Want mijn gedaghten het minst sij om in het vaderland weer te werken en ook mogelijk niet eens weer te koomen. Want ik het hier wel heb.
En mijn broer Pieter van Baerda heb ik hier gevonde, het welk ik seer verblijd waar.
Want heij ook nogh gesont van herte waar.
Maar heij hat een seer been maar het mag niet veel kwaat want heij maar een halve maant in het siekenhuijs geweest is.
Anders hat heij tuys gevaaren. Maar waar hij nou is dat is mijn onbekent.
Hier nevens weet ik u niet meer te schrijven want hier niet veel mis en is.
Maar ik hoop een brief van u te ont(vangen) als ik het nogh waart ben dat ik eens mogt hooren of gij mijn moeder ook nogh gesont sijt en mijn broer ook.
Hier neevens blijf ik u soon Johannis van Baarda
En wens u den seegen van God allmagtig aan siel en lighaam en betrout u verder op God die kan en sal u helpen hoop ik van herten.
Maar mij verzoek is aan u mijn eerwaarde moeder als dat gij soo goet blieft te weesen dat heij die brief bezorgt aan de vlaardinger of Sluijse Schuijt.
Doet verder de groetenis aan alle goeije vrinden nigte en neeven geen een uijt gesonder. De groetenis van Jan en Pieter van Baerda
Met haast geschreeven
Genagt genagt ja duijsent maal genagt moeder