Hendrik van Dijken

4 januari 1832 – 17 juni 1900

relatie met fam van Baarda: Hendrik van Dijken was collega zendeling van Marie Johannes van Baarda op Halmahera. Marie Johannes zijn 3e echtgenote is de dochter van van Dijken


 

Hendrik van Dijken 4-01-1832 17-06-1900

Hendrik van Dijken
4-01-1832 17-06-1900

Hendrik van Dijken werd geboren te Zetten in de Betuwe, als zoon van een boerenarbeider. Hij genoot slechts een beperkt aantal jaren lagere schoolopleiding en moest al vroeg meehelpen het gezinsinkomen te vergroten. Hij raakt onder de invloed van ds. Heldring, één van de actieve figuren uit de Reveilbeweging. Heldring had in Zetten een aantal liefdadigheidsgestichten opgericht. Van Dijken kreeg hier een baantje als koetsier. Heldring pleitte voor het inzetten van laag geschoolden bij het zendingswerk. Hendrik weet via ds. Heldring voor elkaar te krijgen dat hij als “zendeling-werkman” door de Utrechtse Zendingsvereniging wordt uitgezonden naar “de heidenwereld”.

Op 6 december 1864 vertrekt hij met het zeilschip de Willem III naar Indië en komt in mei 1865 aan in Ternate op het eiland Halmahera. Oorspronkelijk was de bedoeling om naar Nieuw Guinea te gaan, maar de daar werkende zendelingen waren na een aardbeving gevlucht naar Halmahera. Besloten werd dat van Dijken met nog een aantal zendelingen de streek rond het meer van Galela als hun werkgebied zouden krijgen. Dit gebied werd bewoond door Mohammedanen, die onder het gezag stonden van de Sultan van Ternate, en door Alfoeren, mensen die een animistisch geloof aanhingen. Ondanks ziekte en tegenwerking van de Sultan, lukt het van Dijken in 1867 een woonplaats te bouwen bij het meer. Dit is het begin van wat later het dorp DUMA zal worden.

De andere zendelingen kregen pas in 1871 toestemming zich daar te vestigen, br Been in Tobelo, br Klaassen in de kampong Sao Konora, aan het meer, schuin tegenover de plek waar van Dijken zat. In de tussentijd zat Van Dijken daar in zijn eentje, soms geholpen door een inlandse hulp van de zendelingen, Moli.

Van Dijken was ongehuwd uit Nederland vertrokken. Die situatie vond de UZV ongewenst. Er werd in Nederland een echtgenote voor hem gezocht, mej Brüllman, die echter op haar reis naar haar nieuwe echtgenoot, in Soerabaja aan cholera overleed. Door bemiddeling van een collega zendeling in Ternate trouwde van Dijken met de dochter van de timmerman uit die plaats: Maria Soentpiet.

Maria Soentpiet 15-04-1835 06-04-1906

Maria Soentpiet
15-04-1835 06-04-1906

Van Dijken spreekt alleen een aantal woorden Maleis, wat in de streek niet verstaan wordt. Hij heeft dan ook grote moeite om met de lokale bevolking in contact te komen. Hij richt zich vooral op het ontginnen van het land, het aanleggen van verbindingswegen naar de andere dorpen en hij bouwt een school en een kerk. Zijn huwelijk met Maria Soentpiet verlost hem niet alleen uit zijn eenzaamheid, maar ook heeft hij in haar een tolk tot zijn beschikking.

Hendrik en Maria weten door hun ontginningswerk en veel geduld langzaam het vertrouwen van de bevolking te winnen, maar hun hoop daarmee de Alfoeren tot het Christendom te bekeren blijft lang ijdel. Bij zijn 25 jarig jubileum als zendeling waren er 115 “heidenen” gedoopt.

In 1880 volgt M.J. van Baarda de zendeling van Sao Konora op. De eerste tijd verblijft hij bij van Dijken in Duma. Als kort na de geboorte van het tweede kind van Van Baarda diens vrouw overlijdt worden zijn 2 zoons bij het echtpaar Van Dijken opgenomen.

Het echtpaar van Dijken krijgt 6 kinderen, waarvan er 2 kort na de geboorte overlijden. De overigen, 3 meisjes en 1 jongen, worden zoals gebruikelijk op jonge leeftijd voor verdere scholing naar Nederland gezonden.

De zoon, Hein, wordt arts bij het KNIL.

De jongste dochter, Liza, keert in 1884 terug naar Duma. Zij zal actief bij het zendingswerk betrokken raken. Nadat ook de tweede echtgenote van Van Baarda overleden is, trouwt Lize van Dijken in 1897 met M.J. van Baarda. In april 1900 werd onder voorzitterschap van Van Dijken de eerste zendingsconferentie op Halmahera gehouden.
Op 17 juni 1900 overleed van Dijken. Overeenkomstig zijn wens werd hij als zendeling op Duma opgevolgd door zijn schoonzoon Van Baarda en zijn dochter Lize. Van Dijken werd begraven in de schaduw van een tjamara boom die hij zelf naast de kerk geplant had.

Ter gelegenheid van het overlijden van Hedrik van Dijken heeft zijn collega en schoonzoon MJ van Baarda een boekje over hem geschreven. U kunt dat hier lezen.